90
kostbare wijze, mögen verwachten. Het schijnt echter reden
gehad te hebben om zieh in dit geval volkomen rüstig te
houden.
Een vrij drukke correspondentie is gevoerd met den Yoor-
zitter der Afdeeling Haarlemmermeer van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, den Heer H. F. Bultman. Het
denkbeeid was namelijk geopperd om een uitgebreide collectieve
verzameling bijeen te brengen der producten, die tegenwoordig
door deze, aan het water ontwoekerde, landstreek worden op-
geleverd. Men wenschte tevens daarbij te voegen alles wat op
de droogmaking, de latere ontginning en tegenwoordige bewer-
king van het Haarlemmermeer betrekking heeft, teneinde op
die wijze den vreemdeling een aanschouwelijke voorstelling te
geven van wat de Nederlandsche volharding en vlijt in dit op-
zicht vermocht teweeg te brengen. Glebrek aan voldoende me-
dewerking was echter oorzaak dat aan dit plan niet op zoo
ruime schaal als men zieh had voorgesteld gevolg kon worden
gegeven. Men deed echter nog wat men kon — hiervoor komt
de eer grootendeels aan den Heer Bultman toe — en de be-
langstelling, die deze betrekkelijk kleine inzending vond, leverde
’t bewijs dat men, had men het plan in zijn geheelen omvang
kunnen doorzetten, geen vruchteloos werk zou hebben verricht.
Een kort overzicht van het voornaamste van wat te Weenen
aanwezig was, möge het bovenaangevoerde, dat dit verre van
onbeteekenend was, bevestigen.