105
dicht bij hot centrum der geheele expositie, de Rotunde, be-
vond. Däär stond die tropee juist togenover twee Zijgalerijen,
de eene aan Belgie, de andere tendeele aan Nederland, yoor
een deel aan Noorwegen en Zweden toegewezen, op een der
meest in ’t oogloopende punten, wat trouwens niet noodig zou
geweest zijn om er bezoekers heen te lokken.
Die tropee schitterde niet; door mahonie- noch ebbenbout, Schil
der- noch yerguldwerk trok ze de opmerkzaamheid; ze maakte,
ondanks de wimpels op de boeken en den top, een rüstigen en stil
len indruk, naar sommiger meening wel wat al te stil; maar ze
stond daar als een der sprekendste getuigen van wat
het rüstige en stille — naar sommiger meening
wel wat äl te stille — Nederland beteekent. Die
groote reeks van producten, ze zijn het hoofdvoedsel voor den we-
reldhandel, ze zijn tendeele de onmisbare elementen van de indu-
strie, en er is wel geen diepe wijsheid toe noodig, om te begrijpen
dat het land, ’t welk die producten in zijn kolonien bezit, en daar-
mede aan den wereldbandel leven geeft en de industrie middellijk
in haar rusteloos voortschrijdende beweging bevordelijk is, zij
het ook klein, vaak miskend en velen slechts bij naam be-
kend, werkolijk van veel beteekenis is.
Dit bewees die tropee aan ieder, die slechts zooveel alge-
meene kennis bezit dat hij de hooge belangrijkbeid begrijpt van
vele der producten waaruit zij bestond, en van welke de op-
somming niet minder dan 12 bladzijden in onzen Catalogus
vult. De Directie der Nedorlandsche Handel-maatschappij heeft
den Catalogus daarvan afzonderlijk doen drukken en voor een