112
De Nederlandsche Hoofdcommissie heeft met dat al geen
moeite gespaard om de Nederlandsche kweekers tot deelne-
ming aan te sporen. Onmiddellijk nadat de Commissie nog
door een lid was aangevuld, ketwelk meer bepaald op de hoogte
yan den tuinbouw in Nederland is, heeft deze het door de
Generale Directie uitgegeven en genoegzaam alleen aan tuinbouw
gewijdde speciale programma in ’t Nederlandsch overgebracht en
is dit op ruime wijze verspreid, terwijl bovendien, zoo schrif-
telijk als mondeling, veel pogingen zijn aangewend om hen,
die men ertoe in Staat wist, tot inzending over te halen.
Het aantal inzendingen was met dat al beperkt en bleef
bij twee uit Boskoop, nl. een uit verschillende boomen en
heesters bestaande van de Pomologische Yereeniging te Bos
koop en een van den Heer W. C. Boer, mede aldaar, die
bovendien nog eenige vruchtboomen had ingezonden; voorts
een vrij aanzienlijke collectie boomen en heesters van de Hee
ren Jac. Jurrissen & Zn. te Naarden, ieder met het Aner-
kennings-Diplom bekroond.
Deze drie — eigenlijk vier — inzendingen behoorden in den
open grond en derhalve tot de permanente tentoonstelling,
terwijl voor de tweede tijdehjke tentoonstelling (15—25 Juni)
door de firma Becker, Scalongke & Michell, te ’s Gra-
venhage, een nieuwe plant, Begonia Regina Sophia, was in
gezonden, die echter zoo goed als bladerloos te Weenen aan-
kwam.
De meesten hier te lande lieten zieh afschrikken door de
groote kosten aan eenigszins ruime inzendingen van planten