115
aangelegde internationale van dien aard zijn. Jammer, dat het
jaar 1873 voor den vruchtenoogst allerwege in Europa zeer
ongunstig was.
Dit belette echter niet dat voornamelijk in Duitschland en
in Belgie krachtige pogingen in het werk werden gesteld, om,
ondanks den schralen oogst, te Weenen aan de verschillende
natien te doen zien, wat die landen op pomologisch gebied
vermögen. Die pogingen zijn met den besten uitslag bekroond,
en vooral onze zuidelijke naburen zijn met roem beladen uit
dien kampstrijd teruggekeerd.
Als een bewijs van hoeveel belang deze internationale vruch-
ten-tentoonstelling in andere landen geacht werd, kan o. a. de
volgende mededeeling dienen:
Op last der Zweedsche Regeering was, door Dr. N. J. An
derson , een verzameling vruchten en groenten uit de verschil
lende deelen des lands bijeengebracht, teneinde te doen zien
wat men in dit opzicht in het Noorden (tot op 63° N. B.) nog
vermag.
Deze collectieve verzameling bestond uit:
1°. Yruchten en Groenten uit Schonen (56° N. B.), van negen
inzenders;
2°. Druiven en Groenten uit Gothenburg (57° 50' N. B.), van
twee inzenders;
3°. Yruchten en Groenten uit Srnoland (57° N. B.), van twee
inzenders;
4°. Vruchten en Groenten uit Gothland (57° N. B.), van een
inzender;