wat uit een landhuishoudkundig of ethnographisch oogpunt be
langrijk kan geacht worden, en voorts al datgene, wat met de
nijverheid van verschillende volksstammen in verband staat.
Dit alles moet zeer in tijds allereerst naar Nederland ge-
zonden, daar nagezien en geclassificeerd en vervol-
gens met datgene wat in de Rijks- of partikuliere verzamelin-
gen aanwezig is gecompleteerd worden en dan, met het oog
daarop, de benoodigde plaatsruimte worden aangevraagd.
Nuttig en noodig wäre voorts dat de geheele zorg daarvoor
aan een Sub-Commissie hier te lande, die zieh uitsluitend daar-
mede had bezig te houden, werd opgedragen. Nu is daaraan
niet gedacht, en kon er bezwaarlijk aan gedacht worden, wijl
de aanvankelijke opgaven in de verte niet een zöö ruime in
zending konden doen vermoeden.
Dan ook kon een goede, reeds hier gedrukte Catalogus dezer
koloniale expositie aan ’t geheel groote waarde bijzetten , ja,
uit een natuurkundig, uit een land- en volkenkundig oogpunt
beschouwd, hoogst belangrijk reeds op zichzelf zijn.
Dit alles kan Nederland, als het zulks wil. Metbedaardheid
en goed overleg behandeld, zouden zelfs de daaraan Verbünden
kosten niet zoo belangrijk behoeven te zijn, dat ze boven onze
krachten lagen; in elk geval zouden die door de resultaten
verre overtroffen worden.
Hoe ging het nu?
De Hoofdcommissie had reeds vooraf voor de Nederlandsche
inzendingen van koloniale voorwerpen de meest geschikte be-
schikbare plaats gekozen; toen echter, ter elfder ure (ze kwa-