154
Deze tentoonstelling bracht, met hare bonte schakeering van
kleuren, niet weinig ertoe bij om aan onze galerij een aan-
genaam en vroolijk aanzien te geven. De Hoofdcommissie is
dank verschuldigd aan de zieh zelfstandig geconstitueerd hebbende
Sub-Commissie uit de Tilburgsche fabrikanten, die haar in
deze zaak zoo welwillend heeft ter zijde gestaan; de aan deze
collectieve inzending toegekende Fortschritt-Medaille is voor de
Tilburgsche industrie een bewijs dat zij ook buitenlands hoog
wordt geschat. Nederland is er her op, dat Tilburg niet alleen
onze cijnsbaarheid aan Engeland, ten opzichte der genoemde
wollen stoffen, heeft opgeheven, maar reeds flink op weg is
zijne produkten in Noord-Duitschland en Belgie te plaatsen,
niettegenstaande den ongelijken strijd, dien het te worstelen heeft
tegenover de in die landen nog bestaande besehermende rechten.
Opmerking verdient nog dat, hoewel de Tilburgsche fabrie-
kanten geen stukken, doch alleen Coupons van een paar meter
lengte hadden gezonden, en dus niet op den verkoop hunner
zaken te Weenen bedacht waren geweest, toch vele dezer Cou
pons verkocht zijn geworden.
Om bij de eerste afdeeling dezer groep, de Wol-industrie, te
blijven, noemen wij in de eerste plaats twee uitstekende in
zendingen uit Leiden, die van Laken en Phantasiestoffen van
de Heeren J. J. Kkantz & Zn., welke eveneens in de Zijga-
lerij geplaatst werd, en de de Hoofdgalerij versierende prächtige
uitstalling van op de geheele tentoonstelling niet geevenaarde
wollen Dekens van de firma J. C. Zaalberg & Zn. Beide
inzendingen verwierven dan ook de welverdiende Fortschritt-