157
ving. Met genoegen mochten wij hier opmerken dat onze
Twentsche fabriekanten geene kosten sparen, om aan de vreemde
natien de markt van honte stoffen in China, Japan, Engelseh
en Nederlandsch Indie te betwisten, door voor ieder dier landen
de meest gezöchte stoffen met de grootste zorg na te bootsen.
Wij behaalden trouwens in deze afdeeling nog meer on-
derscheidingen; zooals de Fortschritt-Medaille, toegekend aan
de firma Arntzenius Jannink & C 0 ., te Goor, voor uitsteken-
de katoenen Yischnetten, de Verdienst-Medaille voor het met
turksch rood geverfd Katoen van W. Swinkels, te Helmond,
voor de reeds te Parijs bekroonde inzending van Kapok en ge-
zuiverde Bedveeren van J. C. Klütgen te Rottterdam, en een
Anerkennungs-Diplom voor de fabriek van uit Jute vervaardigde
Zakken van de Heeren D. en J. H. ter Horst, te Rijssen in Over-
ijssel, terwijl nog eenige inzenders bij dezen wedstrijd minder
gelukkig slaagden.
Vertoonde zieh onze Katoen-industrie op deze tentoonstel-
ling niet zooals de Hoofdcommissie, na al hare aansporingen
en pogingen, had mögen verwachten, veel van dat leed werd
vergoed door de welwillende medewerking der Nederlandsche
Handelmaatschappij, van het Koninkhjk Zoologisch Genoot-
schap „Natura Artis Magistra”, van het Nederlandsch Zen-
deling-Genootschap en door eenige inzendingen van perso-
nen in Nederlandsch Indie, als Pangeran Ahipatie Ario
Manghoe Nigero , te Soerakarta, F. 8. van Dolder, te
Pekalongan, R. E. N. d’Abo, te Soerakarta, van de Heeren
Fransen van de Putte, te ’s Hage en L. A. J. W. Sloet