164
bespreken, mögen wij den naam van zijn zoon, den Heer
L. J. S. van Kempen, niet vergeten, die zieh vooral bezig
houdt met de galvanoplastische inrichting aan die fahriek Ver
bünden, door welke niet alleen kleinere figuren en ornementen
in zilver worden gereproduceerd, maar waar ook de groote
beeiden en groepen zijn vervaardigd, die het monument te
’s Hage ter herinnering aan 1813 versieren. Behalve de Port
schritt-Medaille mocht de Heer J. M. van Kempen nog van
den Keizer van Oostenrijk het Ridderkruis der Franz-Joseph
Orde ontvangen, terwijl aan de firma A. Bonebakker & Zn.
de Verdienst-Medaille werd toegekend. De Heeren Beciit en
Dyserinck, te Amsterdam, hadden een prächtig gedreven zil-
veren bokaal tentoongesteld.
Verder moeten wij nog vermelden een zeer nette expositic
van Nederlandsche Ridderorden, vervaardigd door de Amster-
damsche firma J. F. van der Horst & C 0 ., een prächtige
verzameling op Sumatra vervaardigd zilverwerk uit de collectie
van den Heer J. T. R. J. van den Bossche , te ’s Gravenhage,
een hoogst kostbare verzameling, met goud, zilver en edel-
gesteenten versierde wapens, eveneens uit Indie, door den
Heer L. A. J. W. Sloet van de Beele, te Leiden, ingezon-
den j terwijl het Koninkl. Zoologisch Genootschap „Katuia Artis
Magistra”, te Amsterdam, ter opluistering der tentoonstelling
vele kostbare Indische wapens uit zijn ethnographisch mu-
seum ter expositie had afgestaan.
Deze collectie’s waren in fraaie glazen kästen, die de präch
tige tropee der Handel-maatschappij in de Hoofdgalerij omga-