Nederland worden wcggehaald. Siechts een paar Nederlandsche
meubelmakers hadden zieh, de een met een salontafel, de ander
met een damesbureau, in dezen wedstrijd gewaagd, alwaar zij
geen lauweren konden plukken. Te hetreuren is het, dat geen
onzer meubelmakers, die zieh op het eenvoudig witwerkersgoed
toeleggen, produkten hunner industrie hadden ingezonden, dewijl
deze huiten’slands minder bekend, waarschijnlijk te Weenen
de aandacht zou hebben getrokken.
Gelukkiger slaagde Nederland in de tweede afdeeling , bestemd
voor voorwerpen uit gespleten hout, Ylechtwerk en Kurkwaren.
De Heer C. H. Conrad , te ’s Hage, die eenige flinke Meu-
belen uit Oost-Indische rotting had tentoongesteld, mocht de
Verdienst-Medaille verwerven, welke onderscheiding ook te
beurt viel aan de firma Gehr. Hulskamp , te Amsterdam, voor
hare collectie van monsters Kurk, terwijl aan de firma Bletz
& C 0 ., te Amsterdam, het Anerkennungs-Diplom werd toege-
kend voor ingezonden Mandewerk. De geheele inzending van
den Heer Conrad is door de Hoofdcommissie voor hem te
Weenen verkocht.
In de derde afdeeling, voor het beschilderen, bijten of ver-
gulden van houtwerken, hadden wij eenige inzenders kunnen
plaatsen, die door schilderwerk het marmer en fijne houtsoor-
ten hadden nagebootst, welke later in de groep 11 (Graphische
kunsten) zullen worden besproken.
Het aantal onzer inzenders in deze groep bedroeg 10, bij
de laatste Parijsche tentoonstelling 7. —