toonstelling, waartoe de Keizer zelf ’t initiatief had genomen,
wellicht voor de best geslaagde van het viertal; die daarin
echter iets meer zöchten dan een schitterende reclame, zagen
er een reeds vrij ver gevorderd verval in, een heftige, von-
ken spattende opflikkering van een kwijnend leven, dat hoogst-
waarschijnlijk door een spoedigen dood zou gevolgd worden,
tenzij men het middel mocht kunnen vinden, om die tentoon-
stellingen weder tot het oorspronkelijke doel terug te brengen.
In Engeland was men dan ook weldra tot de oyertuiging
gekomen dat een voortschrijden of voorthollen in deze richting
op den duur onmogelijk moest zijn. BoYendien achtte men
het daar, bij de Yerbazende en snelle uitbreiding Yan de meeste
takken der industrie, onpraktisch om de opmerkzaamheid op
die alle tegelijk te blijven vestigen, maar rekende men het
doelmatiger om aan de Yerschillende groote industrien ieder
afzonderlijk een tentoonstelling te wijden, waarvan er, te be
ginnen met 1871, jaarlijks een zou gehouden worden, en welke
serie in 1880 zal gesloten zijn. Een tentoonstelling dus die
over tien jaren Yerdeeld is. De groote Wereld-tentoon Stellingen
achtte men daar alzoo blijkbaar reeds gestorven, en men ging
nu tien steenen opeen stapelen, om Yoor haar op die wijze een
grafmonument op te richten. —
Daar zijn echter nog andere landen van beteekenis in Europa
dan Engeland en Erankrijk. Yandaar uit had men toegezien;
men had te zijner tijde een groot getal deelnemers uitgezonden,
die er lauweren geplukt, maar, meer en beter nog dan dit,
die er kennis hadden vergaard en ondervinding hadden opge-