215
voel van onafhankel ijkheid der Ingenieurs en Professoren, oordeel-
de echter die gelijkstelling in strijd met hetgeen bij den aanvang
door de vergadering van Jury-presidenten was bepaald, dat na-
melijk de Yerdienst-Medaille zou verleend worden voor de ver-
dienstelijke inzendingen, maar dat, om de Fortschritt-Medaille
te verkrijgen, niet alleen aan al de voor de Yerdienst-Medaille
gestelde eischen moest voldaan zijn, maar bovendien het werk
zelf op zijn gebied grooten vooruitgang, of iets nieuws, iets
dat tot nog toe niet zoo was daargesteld, moest aantoonen.
Men begreep in deze groep, dat de vergadering der Jury
presidenten wel zulke afwijkende bepalingen kon maken, maar
dat die over de gestelde eischen voor de bekroningen, althans
voor het ingenieurswezen, ongerijmd waren, zoodat er tusschen
de drie Medailles een bepaald onderscheid gemaakt is en daar-
aan verschillende waarden zijn toegekend.
De verschillende mededeelingen en inlichtingen over de voor-
gestelde werken aan onzen vertegenwoordiger ontleend, gaven
aan de Jury aanleiding om, voor dat voor ons land de onderschei-
dingen werden overwogen, de volgende beschouwingen op den
voorgrond te stellen.
Dat in geen land de waterstaatswerken en toestanden zulk
een ontwikkeling en zulk een groot belang hadden verkregen
als in Nederland, en zij ook nergens in zoo hooge mate alle
takken van het publieke en bijzondere leven der inwoners om-
vatten. Dat dit land, voor een groot deel aan de zee ontwoekert,
en voor menschelijke bewoning geschikt gemaakt, voor het on-
derhoud van de daarvoor gemaakte werken en bedijkingen een