241
„nach Gefässen und dccorativcn Motiven; schwächer waren die
„figuralen Studien (nach Julien). Dagegen lagen nach alle
„Richtungen des Linearzeichnens recht lohenswerthe Arbeiten
„vor und zeigten durchgehends vom praktischen Yerständniss
„des Gegenstandes. Die ausgestellten Holz- und Gypsmodelle
„erhoben sich nicht viel zu complicirteren Formen, offenbarten
„jedoch das beste Streben.”
Het oordeel van dezen berichtgever over den invloed van het
teekenonderwijs in Nederland op de nijverheid, bevat, al möge
het wat hard zijn uitgesproken, helaas te veel waarheid;
hij zegt namelijk: „Welchen Einfluss der Zeigenunterricht in
„den Niederlanden auf die Industrie übt, konnte selbstverständ
lich aus dem vorliegenden Materiale nicht gewonnen werden.
„Es zeigte nur die Ausstellung, das von ihrer Glanzzeit, im
„XYI und XYII Jahrhundert auch jede Spur verwischt ist.” —
Eindelijk hadden twee dames, de jufvrouwen P. Pijnacker
en K. H. Dijkgraaf , beiden te ’s Hage, de kinderbewaar-
scholen van ons Yaderland en vooral de daar toegepaste Frö-
bel-methode vertegenwoordigd; waarschijnlijk zouden hare po-
gingen beter zijn gewaardeerd geworden, indien deze inzendingen
geplaatst waren geworden in het Pavillon des Kleines Kindes,
alwaar Nederland geene plaats had ingenomen.
In deze groep hadden de Heeren A. W. Sijthoff, te Lei
den, S. Folkers, te Amsterdam en E. B. ter Horst (firma J.
B. Wolters), te Groningen, collecties van door hunne firma’s
uitgegeven schoolboeken tentoongesteld; zooals wij vroeger
zagen, werden de heeren Sijthoff en ter Horst in de 12 e
16