MAK

Volltext: Verslag aan zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, omtrent de Wereld-Tentoonstelling: gehouden te Weenen, van 1 Mei tot 2 November 1873, en meer bepaaldelijk omtrent de Nederlandsche Afdeeling

Het gevolg hiervan was, dat, niettegenstaande de meest aan- 
houdende pogingen, de Heeren de Haas , Bäcker Korpf , 
Yerschuttr, Alleb^, H. Maris, Havedoes, enz. om ver- 
schillende redenen verklaarden niet mede te willen of te kun- 
nen werken. 
Geheei anders was de loop van zaken met den Heer Alma 
Tadema , die zieh zeer gaarne met zijne landgenooten te Wee- 
nen had vertegenwoordigd gezien, doch op zullte hezwarende 
voorwaarden, dat de Sub-Commissie zieh niet gerechtigd achtte 
ze aan te nemen, ook zelfs al gold het hier een onzer aller- 
eerste kunstillustratien. Met het oog daarop ziet de Com- 
missie zieh verplicht zieh eenigszins uitvoeriger bij de Regee- 
ring te verantwoorden, daar die handeling vele direete en in- 
directe aanvallen heeft ten gevolge gehad. 
Yöor wij verder gaan, is het noodig te wijzen op Art. 4 
van het officieele programma, hetwelk zegt: „Elke vreemde 
Staat moet, alvorens de werken zijner kunstenaars te verzen- 
den, deze aan het oordeel eener Jury onderwerpen.” 
Het allereerste schrijven van den Heer Alma Tadema, 17 
Juni 1872, in antwoord op de toezending van Programma 
en invullingsbiljetten, luidde als volgt: 
»Messieurs, 
»En röponse 4 votre Programme, je viens vous prier de vouloir 
»Men vous arranger pour mon exposition 4 Vienne avec Mr. E. 
»Gambab.t, Chateau d’Alsa, Spa. Comme Mr. Gambaht s’est chargö 
»de cette affaire pour moi, je lui ai donnd plein pouvoir. AgMez, etc.
	        
Waiting...

Nutzerhinweis

Sehr geehrte Benutzerin, sehr geehrter Benutzer,

aufgrund der aktuellen Entwicklungen in der Webtechnologie, die im Goobi viewer verwendet wird, unterstützt die Software den von Ihnen verwendeten Browser nicht mehr.

Bitte benutzen Sie einen der folgenden Browser, um diese Seite korrekt darstellen zu können.

Vielen Dank für Ihr Verständnis.