259
Dat de Commissie bij de inwilliging van dien eisch op zieh
nam om een uitmuntende expositie te zullen leveren, spreekt
vanzelf. Er werden derhalve door haar tot dat doel, zoodra
zij in Nederland was teruggekeerd, vergaderingen belegd van
kunstenaars, kunstliefhebbers en kunsthandelaars. Deze ver-
♦
gaderingen werden gehouden te ’s Hage op 27 Januari en, en-
kele dagen daarna, te Amsterdam.
Met de bedoeling dat de verslagen van die vergaderingen
den waren zin en bedoeling dier bijeenkomsten moesten uit-
drukken, werden, niettegenstaande de verslaggevers van de
versohillende voornaamste dagbladen tegenwoordig waren, die
verslagen door de Commissie zelve verstrekt, en tevens die
van de eerste vergadering in den vorm van circulaire wijd en
zijd verspreid, hetgeen tengevolge had dat de bestaande tegen-
zin voor verreweg het grootste gedeelte werd weggenomen, en
schier iedereen met ijver bezield werd, om de eer van Neder-
land in hare kunst waardig te Weenen op te houden; zoodat
de Commissie besloot, teneinde dit alles nog meer in dd hand
te werken, bij advertentieen bekend te maken, dat zij zieh
gaarne wilde belasten om, voor rekening van de inzenders (de
kunstenaars), voor de assurantie der kunstwerken zorg te dra-
gen, waarvan door de meesten werd gebruik gemaakt.
Alle räderen waren dus in beweging en weldra bleek het dat
de Commissie niet tevergeefs een beroep had gedaan op het
nationaliteitsgevoel van de Nederlanders, om aan Europa te
toonen wat wij vermochten. Behalve dat H. M. de Koningin
reeds vroeger toezegging had gedaan tot medewerking, en Zijne