274
Is het tegendeel waar, en vindt men verschillende scholen
in eene vertegenwoordigd, dan wordt men noodwendig telkens
verplaatst in een geheel anderen gang van denkbeeiden, voort-
spruitende uit de steeds gewijzigde motieven, waaruit die ver-
sehillende scholen putten. In die zalen waar dit plaats vindt,
wordt noodwendig onrust geboren; dit geeft stoornis in de be-
zichtiging en wordt de algemeene oorzaak van het vermoeiende
in het museumbezoek.
Met het opgeven der redenen, die, naar ons oordeel, het
rüstige der Nederlandsche kunstzaal kenmerkten, alwaar, zoo-
als gezegd is, schier geen enkel werk het geprononceerd ka-
rakter eener vreemde school droeg, willen wij niet gehouden
worden een pleidooi te hebben geleverd voor de Stelling dat
knnstenaars niet in een vreemde school zouden mögen studee-
ren, noch dat kunst in abstracto absoluut het kenmerk der
natie zou moeten dragen waar zij ontspruit; dit zij verre, daar
kunst op zichzelf cosmopolitisch is, doch dit niet noodwen
dig zijn moet, terwijl zij het niet zijn kan, wanneer zij behoort
tot de geschiedrollen van een zelfstandige natie, waar zij wars
moet zijn van vreemde elementen. Zij moet alsdan door en
met het volk ontstaan en bestaan; zij moet de uitdrukking
zijn van de zeden, gewoonten en gebrniken der natie; zij moet
ons de lucht doen gevoelen die men elken dag inademt, zij
moet ons zijn in merg en been. Dit is in hoofdzaak de indruk
die de oude Nederlandsche schilderschool op een ieder maakt,
en tevens de indruk dien men van onze moderne schilderschool
te Weenen ontving, en waarin zij zieh zelfstandig onderscheidde.