278
cloor internationale tentoonstellingen zoodanige uitbreiding er
langen, dat zjj op het laatst als onbereikbare idealen zullen
beschouwd worden, of door niet te beheerschen bijkomende
omstandigbedon nationale rampen zijn te achten.
Ongemotiveerde uitbreiding is daarvan een der grootste oor-
zaken, grootendeels ten laste körnende van de verschillende
landen die aan de tentoonstelling deelnemen. Zoo zou bijv. de
mimte in de Kunstballe te Weenen voldoende zijn geweest, zoo
niet bij vele Commissien de hoeveelheid op den voorgrond was
gesteld geworden. Frankrjjk, het Duitsche Rijk en Oostenrijk-
Hongarije zouden oneindig beter vertegenwoordigd zijn geweest,
zoo zij elk, in plaats van vier groote zalen inet de daarbij be-
hoorende kleinere, zieh hadden tevreden gesteld met de helft.
Nu hebben zij eerstens zieh zelven benadeeld en ten tweede zijn
zij de oorzaak geweest dat de Kunsthalle te klein werd, en
verschillende andere landen zieh daardoor in nevengebouwen
hebben moeten behelpen, die aanvankelijk niet voor de Beei
dende Künsten waren bestemd.
Opmerkelijk, of liever gezegd vrij natuurlijk, ontbreekt aan
onze schilderschool de zoogenaamde groothistorische kunst. De
redenen daarvan liggen vöör de hand: vooreerst omdat in Ne-
derland het protestantisme het meest op den voorgrond treedt,
en derhalve kerkelijke of geheiligde historie niet of zeer weinig
gevraagd wordt, en ten tweede omdat bij ons door de Regee-
ring nooit historie-schilderijen besteld worden. Heeft Neder-
land geene geschiedenis ? Doch laat ons liever vragen: waar
zou men ze plaatsen? "Wij hebben immers geene Museen!