283
verscMllende inzenders zijn ontvangen, zoodat geen enkele on-
aangenaamheid daaromtrent ondervonden is. Yolgende Commis-
sieen kunnen dus, bij latere Internationale tentoonstellingen,
zonder schroom een beroep doen op hen, die, door hunnehoog-
gewaardeerdo en belangelooze medewerking, de Nederlandsche
Hoofdeommissie hebben in Staat gesteld de eer van ons land
op kunstgebied waardiglijk te handhaven, en daarvoor den
eervollen dank hebben verdiend der Natie door de verdedi-
ging van ons „Je maintiendrai.”
’s Gravenhage 8 Juni 1874.
De Nederlandsche Hoofdeommissie:
J. W. L. VAN OORDT, Voorzitter.
Dr. E. H. VON BAUMHAUER.
A. J. BLYDENSTEIN.
D. GROTHE.
J. P. DE BORDES.
A. H. EIGEMAN.
L. A. H. HARTOGH.
P. ßiDDER VAN ROSENBERG.
B. DE POORTER.
J. G. VOGEL.
R. CRAE YV AN GER.
H. WITTE.