26
de bedoeling ervan geheel overeenstemde. Dit gebouw, dat
juist zoo lang als bet hoofdgebouw op de uiteinden breed was,
besloeg een oppervlakte van 6.860 vierk. Meter. Aan de andere
zijde daarvan lag weder een vrij uitgestrekt terras, links en
rechts afgesloten door de beide Pavillons des amateurs. Niet
ver vandaar, dicht bij den Oostelijken uitgang aan de Haupt-
Allee, bevond zieh de inrichting voor de tijdelijke tuinbouw-
tentoonstellingen, waarop wij mede later, bij de bespreking
van de 2 e groep, zullen terugkomen.
Over de onderdeelen der tentoonstelling in ’t algemeen hier uit
te weiden is natuurlijk niet mogelijk. Alleen in de verschillende,
over het geheele terrein verspreidde grootere en kleinere Pavillons
bevond zieh een schat van de meest belangrijke zaken; we heb-
ben echter nog melding te maken van de inrichting of indee-
ling van het Hoofdgebouw.
Het in 1867 te Parijs gevolgde zuiver symmetrische systeem,
trouwens in overeenstemming met den vorm van het gebouw
in het Champ de Mars, vond hier geen goedkeuring; althans
niet in die mate, dat men het meende te moeten navolgen.
Of het de vrees geweest is van heschuldigd te zullen worden
van gebrek aan oorspronkelijkheid, dan wel of alleen de overtui-
ging van de meerdere doelmatigheid der tegenwoordige inrichting
de drijfveer was om een ander stelsel te volgen, möge in ’t mid-
den gelaten worden, genoeg dat men aan een loutere verdee-
ling naar de landen de voorkeur gaf, aan elke Commissie de
vrijheid latende om zieh, behoudens enkele bepalingen in ’t