34
tendeele hieraan mag toegeschreven worden, dat vele vreemde-
lingen zieh van een reis naar Weenen lieten terughouden door
vrees voor de eholera, die echter wel is waar gedurende het
voorjaar en den zomer sporadisch te Weenen heerschte, maar
hoofdzakelijk in de voorsteden, en, met het oog op de talrijk-
heid der bevolking, slechts in geringe mate.
Aan den anderen kant is men er te Weenen zelf de oorzaak
yan geweest, doordien aanyankelijk sommige hotelhouders in
het voorjaar niet onduidelijk te kennen gaven, dat de kosten
van verblijf gedurende den zomer verbazend zouden stijgen.
Dit gerucht werd weldra door de dagbladen in andere landen
verspreid, en nam grooter omvang aan naarmate de afstanden
verder waren, zoodat men ten laatste elders tot de overtuiging
kwam, dat men over een goed kapitaal moest kunnen beschik-
ken, om eenigen tijd te Weenen op fatsoenlijken voet te kun
nen leven.
Waar is het, dat het voornemen tot hooge opvoering
der eischen aanyankelijk bij de meeste hotelhouders be
stand, maar ’t is even waar dat door de Magistraat der
stad krasse maatregelen tegen overdrijving in dit opzicht
genomen zijn, on dat, al was ook het leven daar, wat natuur-
lijk is in zulk een stad en bij zoodanige gelegenheid, zeer
kostbaar, het dit toch niet in die mate was, als men had wil
len doen gelooven. Intusschen is die siechte indruk bij velen
gebleven en hield deze zeer velen van die reis terug. Op het
verhuren van appartementen in ’t voorjaar en op den prijs van
al de toen op de tentoonstelling betrekking hebbende be-