53
In dit geval zou in het hoofdgebouw een ruimte van 856 vierk.
Meter ter onzer beschikking zijn, waarvan, wanneer men 300
vierk. Meter voor passages berekende, 556 vierk. Meter voor
de plaatsing der ingezonden voorwerpen zou overblijven.
Voorts was nog toegestaan in de Machinenballe eene ruimte
van 282 vierk. Meter, waarvan 102 Meter voor passages moest
afgerekend worden, zoodat er zuiver 180 vierk. Meter aldaar
ter onzer beschikking was. Eindelijk kon nog, ten deele ook
door Nederland, in bet Hofruim, nevens de galerij B. 7, met
inbegrip der benoodigde passages, waaromtrent da.ar geen be-
palingen gemaakt waren, bescbikt worden over 1285 vierk.
Meter; terwijl eindelijk aan Nederland in de Kunsthalle een
wandoppervlakte van 300 vierk. Meter werd afgestaan.
De voorgestelde ruil der ruimte in de Rotunde voor die in
de galerij B. 7 werd door de Generale Directie, met nog een
kleine uitbreiding aldaar, toegestaan, zoodat in die galerij en nu
880 vierk. Meter voor ons beschikbaar was ; terwijl van de
vroeger vermeldde ruimte in den bof 460 vierk. Meter aan ons
werd toegewezen; later werd nog door haar de ruimte in den
Hof overdekt, en een communicatie-deur daargesteld tusschen
onze afdeeling in de galerij en den Hof, zoodat die drie ge-
deelten: onze afdeeling in de Hoofdgalerij, in de Zijgalerij
B. 7 en in den Hof nu een aaneengescbakeld geheel daarstelden.
Met de door Hederland op de tentoonstelling van 1867 te
Parijs ingenomen ruimte vergeleken, bad de Commissie nu
zeker alle reden om te gelooven dat het haar te Weenen niet
aan plaats zou ontbreken. Te Parijs had men te beschikken