56 ,
vendien wat ze hebben gezonden, woog ruimschoots op tegen
dat der eersten, zoodat de Commissie, had ze aanvankelijk
reeds goede verwachtingen, die later verre overtroffen zag.
Juist toen de Yederlandsche Hoofdcommissie zieh gecon-
stitueerd had, en ze met hare werkzaamheden voor good
was begonnen, ontviel haar door den dood haar hooge be-
schermer, in den Minister Thorbecke. Yoor de Commissie kon
dit op zichzelf reeds zoo betreurenswaardig sterfgeval op geen
ongelegener tijd plaats hebben, daar vele zaken, de tentoonstel-
ling en de Nederlandsche Hoofdcommissie betreffende, op offi-
cieuse wijze, mondeling door Z. E. met den Yoorzitter behan-
deld waren. Daar echter de heer Secretaris-Generaal van het
Dept. van Binn. Zaken, die van meest alles wat er behandeld
was kennis. droeg, als zijn gevoelen had te kennen gegeven
dat de Commissie zieh hierdoor niet in hare werkzaamheden
behoefde te lateri terughouden, en men buitendien te ver was
gegaan om halverwege te blijven stilstaan, zette men de aan-
gevangen pogingen voort, in de stellige verwachting dat de
later optredende Minister van Binnenlandsche Zaken niet zou
afbreken, wat zijn voorganger, tot eer en ten bäte der Ne-
derlandsche Nijverheid, was begonnen op te bouwen.
De Commissie erkent dankbaar dat ze in die verwachting
niet is teleurgesteld geworden, en dat de tegenwoordige Mi
nister, de heer Geertsema , die zij ook de eer had te Wee-
nen op de tentoonstelling te mögen ontvangen, niets ongedaan