64
d(1|' Commissie voor oenigen tijd naar Hederland vertrokken .
de Yoorzitter is toen echter te Weenen gebleven, en niet eer
huiswaarts gekeerd, voor dat de werkzaamhedden der Jury
afgeloopen waren, zijnde den 31 Augustus.
Toen de werkzaamheden der schikking hare voltooiing na-
derden, zag de Hoofdcommissie de noodzakelijkheid in, dat er
iemand, die er van den beginne af hij geweest en dus met
alle bijzonderdeden goed vertrouwd was, permanent, tot alles
zou afgeloopen zijn, te Weenen bleef; immers er konden zieh
allerlei omstandigheden voordoen, waaromtrent de pas te Wee
nen aangekomen Commissieleden niet op de hoogte waren;
terwijl het van geen der leden, die zieh met de opstelling be
last hadden, en die buitendien in Juni weder deel moesten
uitmaken van de Jury, te vergen was dat hij daar tot De-
cember toe achtereenvolgend zou verblijven. Om die reden
stelde de Commissie aan den Minister voor, den toenmaligen
architect der Commissie, den Heer C. Müijsken , tot hären Secre-
taris te henoemen, waaraan door Z. E welwillend gevolg werd
gegeven, en waartoe de Heer Müijsken zieh bereid verklaarde.
Voor hun vertrek hadden de toen te Weenen zijnde Commissa-
rissen nog een lästige taak te vervullen: de benoeming namelijk
van vertegenwoordigers voor Nederland in de internationale Jury.
Daar de Commissie reeds vroeg de zekerheid had gehad dat