08
werd toen in zijne plaats benocmd de Heer van Tets , die deze
functie welwillend aanvaarde.
Op de bijzonderheden van de werkzaamheden der Jury zal
later in dit verslag hier en daar nog nader worden terugge-
komen.
Yoor den algemeenen Catalogus der expositie was reeds
vroegtijdig door de Generale Directie aanvrage gedaan om de
opgaven uit Nederland, welke dan ook, reeds lang voor de
opening, naar Weenen werden opgezonden. Die Catalogus is
in den algemeenen Catalogus, welke kort na de opening op de
tentoonstelling verkrijgbaar was, opgenomen, maar ze was even-
min meer dan een prodromus, als de geheele Catalogus, die aan-
vankehjk door velen voor „juist” gekocht werd, meer dan een
voorloopige was. Yerscheidenen, die zieh als inzenders aange-
meld hadden, waren achterwege gebleven, terwijl anderen nog
ter elfder ure bijgekomen waren. De Heer von Baumhauer,
die zieh met het niet gemakkehjke werk der redactie van dien
eerstenNederl. Catalogus had belast, kon daarbij onmogelijk anders
dan de inzendingslijsten, voor zooverre die toen ter onzer be-
schikking waren, tot richtsnoer nemen, en ’t is waarlijk te
verwonderen dat ons in de eerste editie van den algemeene Ca
talogus versehenen gedeelte, bij de mutaties in de opgaven en
inzendingen, nog zoo betrekkelijk goed met onze expositie
overeenkwam. In de later versehenen tweede uitgave van den
algemeenen Catalogus zijn de noodige veranderingen aange-
bracht.