70
(hiervoor kon de statistiek van den in 1867 uitgegeven Parij-
schen Catalogus tot richtsnoer dienen) werd vertaald, en de
enumeratie der groepen opgesteld naar aanleiding der Frage
bogen , waarin door de inzenders zelven bijzonderheden omtrent
hunne ingezonden voorwerpen als anderszins waren medegedeeld.
Zoo mochten wij het genoegen hebben dat nog, betrekkelijk
vri] spoedig, de Nederlandsche Catalogus verscheen.
Toch wäre het veel wenschebjker geweest dat de Commissie
zieh reeds aanvankelijk niet door te groote zuinigheid had be-
hoeven te laten bedriegen. Nu veroorzaakte deze Catalogus
aan sommige leden een hoogst afmattend werk, daar alles,
het opstellen en corrigeeren, tusschen de zittingen der Jury door
moest geschieden, en er dus onmogelijk die groote opmerkzaam-
heid aan kon gewijd worden, die zulk werk gebiedend ver-
eischt. Had men zieh de uitgave ervan reeds aanvankelijk ten
doel gesteld, dan zou een der leden de redactie op zieh heb
ben kunnen nemen en er zieh rüstig aan hebben kunnen toe-
wijden; dan zou die Catalogus in Nederland kunnen gedrukt
geworden zijn, vroeger zijn versehenen, beter zijn uitgevoerd
en . ... veel minder geld gekost hebben.
Het is goed op dergelijke feiten te wijzen; zulke opmerkin-
gen kunnen later haar nut hebben. Hadden van den aanvang
af ruimer middelen der Hoofdcommissie ten dienste gestaan,
ze zou ook onbekrompener en daardoor bij slot van rekening,
in meer dan een geval, voordeeliger hebben kunnen handelen.
Wij maakten daareven met een woord gewag van de „Fra
gebogenDit waren invullingsbilletten, waarvoor de modellen