77
Op verzoek van Z. E. den Minister van Binnenlandsche Za-
ken was reeds in de Maand September 1872 door de Nederl.
Hoofdoommissie een begrooting van kosten opgemaakt, welke
begrooting echter als niet anders dan als een voorloopige raming
kon worden bescbouwd, daar zij natuurlijk alleen kon geba-
seerd zijn op vroegere ervaringen, bi) andere soortgelijke ten-
toonstellingen verkregen, zonder voldoende kennis van plaatse-
'lijke toestanden in Oostenrijk en van de uitbreidingen die het
Nederlandsche gedeelte zou verkrijgen. Deze primitieve be
grooting bedroeg f 86.000, welke door den Minister nog met
f 4000 werd verhoogd, voor een eventueele tentoonstelling van
de hulpmiddelen voor het onderwijs in Nederland.
Zoowel echter de groote afstand, als de hooge arbeidsloonen
(buiten de mineurs waren voor velerlei doeleinden nog andere
werklieden noodig), de buitensporige prijzen aan de Commissie
voor verschillende dringende benoodigdheden in rekening ge
bracht, de uitbreiding die aan de Jury moestgegeven worden,
het transport längs den verbindingsbaan, het drukken van den
specialen j catalogus, waarin men, daar alle drukkerijen te
A\ r eenen met werk overladen waren, niet dan tegen zeer hoo-
gen prijs kon slagen, het wegen, enz. der goederen bij de
terugzending, hetwelk vanwege de daarmede belaste expeditie-
bureaux moest geschieden, en op welke vier laatste posten
vooraf volstrekt niet kön gerekend worden, waren oorzaken dat
die voorloopige raming overschreden werd, echter niet zoover als
men aanvankelijk reden had te vermoeden.