GR OE PEN 20—24.
20. De boerenwoning met hare gereedschappen
en inrichtingen.
21. De nationale huis-industrie.
22. Voorstelling van den invloed der kunst-museen
op de nijverheid.
23. Kerkelijke kunst.
24. Voorwerpen van kunst, enz., ingezonden door
kunstliefhebbers en verzamelaars.
Over deze groepen kunnen wij zeer kort zijn, dewijl wij,
op eene uitzondering na, hierin niets of niets bijzonders uit
Nederland hadden tentoongesteld.
De groep 20, het boerenhuis, deed het gemis gevoelen van
een Hollandsche boerenwoning, zooals Nederland die zoo uitste-
kend op de Panjsche tentoonstelling had doen zien.
De Nationale huis-industrie (groep 21, anders gezegd „de kleine
industrie”, die voorwerpen omvattende, welke de werkman
’s avonds, of bij het stilstaan van zijn werk, b. v. in den winter, thuis
vervaardigt, of door zijne vrouw en kinderen te liuis doet ver-
vaardigen) was evenmin uit Nederland vertegenwoordigd.
De inzending van koperen Tabaks-, Lucifers-, Brillen- en Si-
garen-doozen van de firma E. B. van Eldik, te Nijmegen, die door