den anderen opzichter gaan spreken, of zieh schriftelijk of per-
soonlijk tot de Generale Directie wenden, om te zorgen dat er
werklieden kwamen, en, wat het voornaamste was, dat deze,
als ze er eenmaal waren, ook hieven. Trouwens het ging toen
in vele, het ging bijna in alle afdeelingen zoo.
Die eerste tijd behoorde niet tot de min8t zorgvolle voor de
Hoofdcommissie. Men had veel, zeer veel te doen en.... men
kwam toch maar weinig vooruit.
Nadat eindehjk de vreemde werklieden dit lokaal hadden
verlaten, ging het des te beter, en was de grootste zorg om
de ons nog steeds karig toegemeten mimte op de voordeeligst
mogelijke wijze te gebruiken.
Er is door sommige Nederlandsehe bezoekers over de op de
Weener Wereld-tentoonstelling aanwezige Nederlandsehe land-
bouwproducten een zeer tegenstrijdig oordeel uitgesproken. De
een wijdde met veel lof erover uit, terwijl de andere beweerde dat
die landbouw-expositie niet veel te beteekenen had. Daar wa
ren er ook, die, zonder met de eersten tot een uiterste te
körnen, eenvoudig te kennen gaven dat ’t hun, met het oog
op de omstandigheden, meeviel. Deze laatsten zullen de zaak
denkelijk wel uit ’t meest wäre oogpunt beschouwd hebben.
De eersten toch zijn vermoedelijk onder den invloed geweest
van den aangenamen indruk die ’t Nederlandsehe gedeelte der
Agriculturhalle op den bezoeker maakte, vooral als men dit
verg'leck met het door Belgie ingenomen gedeelte; en onwil-