272
werken van Wiertz, Keizer, Leys, Fourmoi’s enz., vöör
dien tijd geschilderd.
Mettegenstaande deze groye onbillijkheid is, volgens de al-
gemeene opinie, onze Nederlandsche schilderschool glansrijk
uit het strijdperk getreden. Zij was eenvoudig en waardig,
zonder opscliik, zonder praal, zonder zuckt naar exeentrieiteit,
zonder schrille kleuren die het oog yermoeien en de zenuwen
prikkelen; waardoor de Nederlandsche kunst eenigszins gelijk
was aan die soort van waardige yrouwen, die om hare een-
voudigheid, haar afkeer yan opschik en yalsche praal, eerst
moeten gekend worden, vöor men haar apprecieert of appre-
cieeren kan, om daarna in waarde te stijgen, naarmate men lang-
zamerhand, door vergelijking met andere, het kaf yan het ko
ren leert onderscheiden.
Gieen kunstzaal had in goeden zin zulk een bijzonder oachet als
de Nederlandsche, waartoe zelfs de minste schilderij medewerkte.
Ook deze laatste catagorie heeft in Noderland dezelfde algemeene
typen, hoewel ook in minder beduidenden zin; zij is sober,
zonder overdrijving in lijnen of kleur, en vertoont hetzelfde ka-
rakter in het zoeken naar eenvoudige voorstellingen en toe-
standen. Het is derhalve ook daaraan te wijten, dat zij
geen pretentie maakte om het oog van den bezoeker te trek-
ken, en alzoo schier volkomen buiten machte is om de
harmonie yan het geheel te stören. Zij brengt dan ook geen
enkele afleiding van de hoofdzaken teweeg, die men ongestoord
beechouwen kan, en waardoor het geheel een rust verkrijgt en
een kalmen indruk geeft, die men tevergeefs in elk andere